Uitdaging
De woorden your en you're worden weleens met elkaar verward, omdat ze hetzelfde worden uitgesproken en ze ook in schrift niet veel van elkaar verschillen.
Maar wanneer gebruik je dan your en wanneer gebruik je you're? Dat leggen we je uit in dit onderwerp!
Methode
Your is een bezittelijk voornaamwoord en betekent je, jouw, uw of jullie:
- Let's go to your place!
- Laten we naar jouw/jullie huis gaan!
- I am sorry, I spilled some coffee on your book.
- Het spijt me, ik heb wat koffie op je boek gemorst.
You're is de combinatie van een persoonlijk voornaamwoord (you) en de verkorte versie van het werkwoord are ('re) en betekent u/je/jij bent. Ook kan het onderdeel uitmaken van de present continuous, wat bestaat uit de tegenwoordige tijd van to be + een werkwoord dat eindigt op -ing. In dit geval valt de betekenis van you're weg.
- You're the most enthousiastic person I've ever met.
- Jij bent de meest enthousiaste persoon die ik oot heb ontmoet.
- Congratulations. I guess you're better at chess than I am.
- Gefeliciteerd. Het lijkt erop dat jij beter in schaken bent dan ik.
- Sorry, you're standing on private property so I kindly have to ask you to go away.
- Sorry, u/jij staat op privé terrein dus ik moet u/jou vriendelijk vragen om weg te gaan.