Uitdaging
Je kunt negatieve vragen (negative questions) gebruiken om iets te benadrukken, of om verbazing of twijfel te tonen. Je kunt een negatieve vraag ook gebruiken om bevestiging te vragen, over iets waarvan je het zelf al dacht te weten.
Hoe een negatieve vraag er precies uit ziet leggen we je uit in dit onderwerp.
Methode
Je kunt negatieve vragen (negative questions) gebruiken om iets te benadrukken, een suggestie te doen, of om verbazing of twijfel te tonen. Je kunt een negatieve vraag ook gebruiken om bevestiging te vragen, over iets waarvan je het zelf al dacht te weten.
Welke vorm hebben de werkwoorden in een negatieve vraag?
Hulpwerkwoord + n't + hele werkwoord (see, like, etc.)
- Can't you see I'm busy?
Kun je niet zien dat ik het druk heb? - Don't you want to go on holiday?
Wil je niet op vakantie gaan? - Wouldn't you like to get an ice cream?
Zou je niet een ijsje willen halen? - Isn't he your brother? --> bij to be komt er niet nog een werkwoord achter.
Is hij niet jouw broer? - Weren't we living in the United States of America at that time?
Woonden we toen niet in Amerika?