Uitdaging
Wat zijn de trappen van vergelijking?
Methode
Er zijn drie trappen van vergelijking:
- de stellende trap
- de vergrotende trap
- de overtreffende trap
Je kunt deze trappen alleen toepassen op een bijvoeglijk naamwoord. Als voorbeeld nemen we het bijvoeglijk naamwoord leuk. De trappen van vergelijking zijn:
- leuk
- leuker
- leukst
De vergrotende trap krijgt -er erbij en de overtreffende trap krijgt -st erbij. Kijk maar naar nog een voorbeeld:
- klein
- kleiner
- kleinst
Let op: als het bijvoeglijk naamwoord op een -r eindigt, dan komt er in de vergrotende trap -der bij:
- zwaar
- zwaarder
- zwaarst
Let op: Als je aan het eind van een lettergreep een lange klank hoort: aa, ee, oo of uu, dan gebruik ik daar maar één letter voor.
- vaag
- vager (er valt een a weg)
- vaagst
Let op: Hoor je een korte klinker aan het eind van een lettergreep? Ga dan met twee dezelfde medeklinkers door. Korte klinkers zijn a, e, i, o en u.
- slim
- slimmer (er komt een extra m bij)
- slimst
Let op: als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op f of s, dan verandert deze letter in de vergrotende trap vaak in de v of z.
- doof
- dover (de f verandert in de v)
- doofst
- vies
- viezer (de s verandert in de z)
- viest