Uitdaging
Hoe herken je het werkwoord in een zin en hoe herken je specifiek een zelfstandig werkwoord en een hulpwerkwoord?
Methode
Een werkwoord is een woord dat een handeling, toestand of proces beschrijft (zoals lopen, hebben, willen, ontspannen of verdwijnen).
Ieder werkwoord kent verschillende vormen afhankelijk van de tijd, persoon en getal van de zin (loop, lopen, liep, liepen, gelopen: dit zijn allemaal verschillende vormen van hetzelfde werkwoord "lopen"). In iedere vorm noem je het nog steeds een werkwoord.
Het belangrijkste werkwoord in de zin, die echt aangeeft wat de handeling, de toestand of het proces is, is het zelfstandige werkwoord. Het zelfstandige werkwoord kan, in tegenstelling tot het hulpwerkwoord, zelfstandig (dat wil zeggen zonder toevoeging van een ander werkwoord) in een zin voorkomen. Zie bijvoorbeeld de volgende zinnen:
Ik koop een auto.
--> koop is hier een zelfstandig werkwoord: heeft geen ondersteuning van een ander werkwoord nodig
Wij gaan naar huis.
--> gaan is hier een zelfstandig werkwoord
Ik zou dat anders doen.
--> doen is hier een zelfstandig werkwoord, omdat je ook zou kunnen zeggen: ik doe dat anders. Doen is dus het belangrijkste werkwoord in deze zin, dat werkwoord geeft namelijk echt de handeling aan. Zou (van het werkwoord zullen) is hier niet zelfstandig en dus een hulpwerkwoord.
Werkwoorden kunnen zowel een zelfstandig werkwoord zijn als een niet-zelfstandig werkwoord (= hulpwerkwoord) zijn, kijk maar naar de volgende zinnen:
Ik heb een tomaat.
--> heb is hier een zelfstandig werkwoord, het heeft geen ander werkwoord ter ondersteuning nodig en het geeft de toestand aan, namelijk dat je de tomaat hebt.
Ik heb een tomaat gegeten
--> heb is hier niet-zelfstandig, want het zelfstandige werkwoord in deze zin is gegeten (van het werkwoord eten). Je kan namelijk ook zeggen: ik eet een tomaat, en dan heb je het werkwoord heb (van hebben) helemaal niet nodig. Heb is dus in deze zin een hulpwerkwoord.