Uitdaging
Wat is een wederkerend voornaamwoord en wat is een wederkerig voornaamwoord en hoe herken je beide voornaamwoorden in een zin?
Methode
Wederkerend voornaamwoord
Het wederkerende voornaamwoord verwijst bijna altijd terug naar het onderwerp van de zin. Hoe het geschreven wordt is afhankelijk van de persoon (1e, 2e of 3e persoon) en het getal (enkelvoud of meervoud) van het onderwerp.
Persoon Wederkerend voornaamwoord
1e enkelvoud me, mij, mezelf, mijzelf
2e enkelvoud je, u, zich, jezelf, uzelf, zichzelf
3e enkelvoud zich, zichzelf
1e meervoud ons, onszelf
2e meervoud je, u, zich, jezelf, uzelf, zichzelf
3e meervoud zich, zichzelf
Enkele voorbeelden van het wederkerende voornaamwoord in een zin zijn:
- Ik vergiste me in de afstand die ik moest lopen.
- Wij ergeren ons al de hele nacht aan het lawaai.
- Hij schaamt zichzelf voor zijn daden.
- Zij herkent zich niet in hem.
Er is een hele handige manier om het wederkerende manier in een zin te vinden. Je verandert simpelweg de zin in de derde persoon (de hij-vorm). Je zal zien dat het wederkerende voornaamwoord nu automatisch verandert in het woordje "zich". Dat woord is duidelijker te herkennen en zo kun je er dus makkelijk achter komen of een woord wel of niet een wederkerend voornaamwoord is. Kijk maar naar de volgende voorbeelden:
- Ik vergiste me in de afstand.
--> Hij vergiste zich in de afstand.
--> me (in de originele zin) is dus een wederkerend voornaamwoord!
Wederkerig voornaamwoord
Het wederkerige voornaamwoord is veel simpeler. De woorden elkaar, elkander en mekaar zijn de enige wederkerige voornaamwoorden in onze taal. Deze woorden laten zien dat twee personen een wederzijdse relatie hebben of handeling verrichten.
Voorbeelden van het wederkerige voornaamwoord in een zin zijn:
- Zij vinden elkaar hartstikke leuk.
- Zij zijn aan elkander gewaagd.
- Wij moeten met mekaar samenwerken.