Uitdaging
Wat zijn de verschillende soorten bijzinnen en hoe benoem je deze?
Methode
In een bijzin staat de persoonsvorm niet vooraan, maar juist achteraan (helemaal achteraan of als een van de laatste woorden). Hoofd- en bijzinnen kunnen met elkaar verbonden worden door onderschikkende voegwoorden, zoals: dat, als, daardoor, hoewel, indien, nadat, omdat, terwijl, toen, wanneer, zodat, zodra, of, wat.
- Hij vertelde me dat hij naar het strand zou gaan.
- Ze gaat met me mee, als ik haar ticket betaal.
- Ik vind hem heel slim, hoewel hij af en toe wel slordig is.
- Wie als eerste over de finish is, wint het toernooi.
Bijzinnen zijn zinsdelen van de overkoepelende hoofdzin en kunnen de functie hebben van: onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp, bijwoordelijke bepaling, bijvoeglijke bepaling, en een deel van het naamwoordelijk gezegde.
Een bijzin die je kan vervangen door:
- iets of iemand is een onderwerpszin of een lijdend voorwerpszin
- jou, mij, hem, haar, etc. is een meewerkend voorwerpszin
- iets terwijl je er uit de hoofdzin weghaalt, is een voorzetselvoorwerpzin
- dan, toen of daarom is een bijwoordelijk bijzin
- een bijvoeglijk naamwoord dat voor het zelfstandig naamwoord staat, is een bijvoeglijke bijzin
- een bijvoeglijk naamwoord dat achter de persoonsvorm staat, is een gezegdezin