Uitdaging
In welke gevallen schrijf je geen extra ge- voor het voltooid deelwoord en hoe schrijf je het voltooid deelwoord van deze zwakke werkwoorden dan wel?
Methode
Er zijn vier gevallen waarbij het voltooid deelwoord niet met ge- begint:
1 - Als een werkwoord al met ge- begint
Als dat het geval is, dan komt er geen extra ge bij in het voltooid deelwoord.
gebeuren - het is gebeurd
gebruiken - ik heb gebruikt
2 - Als een werkwoord met een klemtoonloos voorvoegsel begint
Voorbeelden van voorvoegsels van werkwoorden zijn be-, ver-, ont-, mis- en her-. Indien het werkwoord met een dergelijk voorvoegsel begint en de klemtoon ligt niet op dit voorvoegsel, dan komt er geen ge- bij in het voltooid deelwoord.
beseffen - ik heb beseft
verdienen - ik heb verdiend
ontdooien - ik ben ontdooid
misleiden - ik ben misleid
herhalen - ik heb herhaald
3 - Als een werkwoord met een voorzetsel begint waar de klemtoon op ligt
Als dit het geval is, dan schrijf je in het voltooid deelwoord ge áchter het voorzetsel.
afmaken - ik heb afgemaakt
opdienen - ik heb opgediend
voorzeggen - ik heb voorgezegd
najagen - ik ben nagejaagd
4 - Als een werkwoord met een voorzetsel begint waar de klemtoon niet op ligt
Als dit het geval is, dan schrijf je geen ge- in het voltooid deelwoord.
ondermijnen - ik ben ondermijnd
ondervragen - ik ben ondervraagd
overleggen - ik heb overlegd
overbelasten - ik ben overbelast