Uitdaging
Wat is een bezittelijk voornaamwoord en hoe spel je het in de verschillende personen en tijden?
Methode
Een bezittelijk voornaamwoord is een woord dat een relatie aangeeft tussen een zelfstandig naamwoord en een persoon, dier of instantie. De spelling is afhankelijk van de persoon en getal (1e, 2e of 3e, enkelvoud of meervoud), het geslacht (mannelijk, vrouwelijk of onzijdig) en of het voornaamwoord zelfstandig is of niet-zelfstandig is.
In het volgende overzicht kan je zien wat de verschillende bezittelijke voornaamwoorden zijn en hoe je deze spelt in de verschillende situaties:
Persoon Niet-zelfstandig Zelfstandig
1e enkelvoud mijn, m'n mijne
2e enkelvoud jouw, je jouwe
3e enkelvoud zijn, z'n, haar, d'r, uw zijne, hare, uwe
1e meervoud ons, onze onze
2e meervoud jullie, je, uw die/dat van jullie, uwe
3e meervoud hun hunne
Voorbeelden van de niet-zelfstandige vorm zijn:
Mag ik zijn jas lenen? (gaat over de jas)
Onze vragen waren de beste. (gaat over de vragen)
Dat mag absoluut niet van hun ouders. (gaat over de ouders)
Voorbeelden van de zelfstandige vorm zijn:
Is dat jouw jas of is het de zijne? (zelfstandig gebruikt, zonder het woord jas erachter)
Dat argument is het uwe, edelachtbare. (zelfstandig gebruikt, zonder het woord argument erachter)