Uitdaging
In de Nederlandse taal hebben we verschillende schrijfwijzen voor dezelfde klanken. Zo ook voor de ie-klank. Wanneer schrijf je i, ie of y?
Methode
Voor veel woorden geldt dat je moet leren of je ze met een i, ie of y moet schrijven. Er zijn niet overal standaard regels voor bedacht. Er zijn wel een paar regels die vaak gelden:
1 - 'ie' schrijf je meestal in de volgende drie gevallen:
- Als de ie-klank in een gesloten lettergreep zit.
Een gesloten lettergreep is een lettergreep eindigend op een of meerdere medeklinker(s).
--> mier, fietsen (fiet-sen, dus een gesloten lettergreep eindigend op een medeklinker) - Als de ie-klank in een open lettergreep zit, waarop de klemtoon valt.
Een open lettergreep is een lettergreep eindigend op een of meerdere klinkers.
--> rivieren (ri-vie-ren, vie is een open lettergreep waarop de klemtoon valt)
--> liegen (lie-gen, lie is een open lettergreep waarop de klemtoon valt) - Als een woord eindigt op een ie-klank.
Als een woord eindigt op een ie-klank, schrijf je het meestal met ie.
--> knie, zie, vakantie, adoptie)
Uitzonderingen op deze regel zijn woorden uit het Latijn (academici, musici) en andere 'leenwoorden' (bikini, broccoli, ski, sushi).
2 - 'i' schrijf je meestal in de volgende drie gevallen:
- De maanden van het jaar (januari, februari, juni, juli).
- Veel woorden uit het Latijn (academici, musici, alibi).
- Bijvoegelijke naamwoorden die eindigen op -isch (kritisch, alfabetisch, logisch, medisch).
3 - 'y' schrijf je meestal in de volgende twee gevallen:
- Bij woorden met een Griekse oorsprong (hypotheek, cyclus, dynamiek, hypnose).
- Bij woorden die we uit het Engels hebben overgenomen (baby, hobby, intercity, buggy).