Uitdaging
Je moet kunnen zien of een getal hoger of lager is dan een ander getal.
Hoe je dat doet lees je hier.
Methode
Stel je hebt de volgende vijf getallen onder de 100:
25 - 28 - 9 - 86 - 74
Volgorde bepalen
Stap 1: Zet de getallen onder elkaar met de eenheden onder de eenheden en de tientallen onder de tientallen.
28
25
9
86
74
Stap 2: Kijk naar de tientallen. Zet de getallen aan de hand van de tientallen op volgorde van groot naar klein. Als het getal geen tiental heeft (in dit geval het getal 9), dan zet je het getal onderaan.
86
74
25
28
9
Stap 3: Kijk naar de eenheden. Kijk alleen naar de getallen met hetzelfde tiental. Kijk naar de eenheid van deze getallen en zet deze op volgorde van groot naar klein.
86
74
28
25
9