Uitdaging
Op een klok kun je zien hoe laat het is. Het belangrijkste is dat je uren, halve uren en kwartieren kunt lezen op een klok met wijzers.
Hoe dat werkt leggen je hier uit.
Methode
Een klok heeft twaalf getallen: de getallen 1 tot 12.
Daarnaast heeft een klok twee wijzers: een kleine en een grote wijzer. De wijzers van de klok draaien rechtsom.
De grote wijzer draait in precies één uur een heel rondje rond de klok. In dezelfde tijd verplaatst de kleine wijzer één getal. Bijvoorbeeld van vier naar vijf.
Kijk maar eens naar de afbeelding.
- De klok links staat op vier uur. Dat kun je zien, omdat de grote wijzer naar boven wijst en de kleine wijzer naar de vier wijst.
- Een kwartier later is het kwart over vier. De grote wijzer staat naar rechts en de kleine wijzer is iets verplaatst richting de vijf (richting vijf uur).
- Weer een kwartier later is het half vijf. De grote wijzer staat nu naar beneden en de kleine wijzer staat precies tussen de vier en vijf in.
- Weer een kwartier later is het kwart voor vijf. De grote wijzer staat nu naar links en de kleine wijzer wijst al bijna naar de vijf (het is nu bijna vijf uur).
Onthoudt altijd de volgende regels:
- Als de grote wijzer naar boven wijst, dan is het altijd een heel uur.
- Als de grote wijzer naar rechts wijst, dan is het altijd kwart over.
- Als de grote wijzer naar beneden wijst, dan is het altijd half.
- Als de grote wijzer naar links wijst, dan is het altijd kwart voor.