Uitdaging
Bekijk de getallenlijn. Getallen die boven 0 liggen zijn positieve getallen, getallen die onder 0 liggen zijn negatieve getallen. Negatieve getallen herken je aan het min-teken voor het getal.
Links op de getallenlijn worden de getallen kleiner, rechts worden de getallen groter.
Methode
Het getal $$-3\frac{1}{3}$$ is bijvoorbeeld kleiner dan $$-1\frac{1}{2}$$, en het getal $$2\frac{3}{4}$$ is groter dan $$1\frac{1}{5}$$.
- In plaats van de tekst 'kleiner dan' gebruiken we ook wel het teken <. Je schrijft dan $$-3\frac{1}{3}$$ < $$-1\frac{1}{2}$$.
- In plaats van de tekst 'groter dan' gebruiken we het teken >. Je schrijft dan $$2\frac{3}{4}$$ > $$1\frac{1}{5}$$.
Merk op dat dit dezelfde tekens zijn, maar dan omgekeerd.
Als je de som -4 + 3 gaat berekenen moet je goed opletten doordat er een min-teken voor de 4 staat.
-4 + 3 = -1, als dit niet direct duidelijk is, kun je gebruik maken van de getallenlijn. Begin bij het getal -4 en neem dan 3 stapjes naar rechts.