Uitdaging
Door gebruik te maken van de sinus kun je praktijkproblemen oplossen, bijvoorbeeld om erachter te komen hoe stijl de hoek is van het pad dat je wilt opfietsen of hoe lang de ski-afdaling is.
In deze theorie behandelen we hoe je met de sinus kunt rekenen in de praktijk.
Methode
De sinus van een hoek geeft (net als de cosinus en de tangens) de verhouding aan tussen twee zijden van een rechthoekige driehoek. Eerder hebben we geleerd dat een rechthoekige driehoek altijd een schuine zijde heeft (die ligt tegenover de rechte hoek) en twee rechthoekszijden heeft (dit zijn de benen van de rechte hoek). De twee rechthoekszijden kun je ook beiden een eigen naam geven als je kijkt vanuit één bepaalde hoek: als je bijvoorbeeld naar Figuur 1 kijkt dan is zijde BC de overstaande rechthoekszijde van hoek A en zijde AB de aanliggende rechthoekszijde van hoek A.
Een rekenregel die je goed moet onthouden is:
$$\bf{\text{sin}(\angle {A}) = \frac{\text{overstaande rechthoekszijde van } \angle A}{\text{schuine zijde}}}$$
Dit kun je goed onthouden door het woordje SOS (de eerste letters van de verschillende onderdelen: Sin, Overstaande, Schuine).
Hoek berekenen
Als je weet hoelang de overstaande rechthoekszijde is en hoelang de schuine zijde is, kun je de hoek berekenen.
$$\bf{\angle A = \text{sin}^{-1} \left(\frac{\text{overstaande rechthoekszijde van }\angle A}{\text{schuine zijde}}\right)}$$
Zijden berekenen
Met behulp van de formule kun je ook een zijde berekenen als je de hoek weet.
$$\bf {\text{overstaande rechthoekszijde van } \angle A} = \text{sin}(\angle {A})·\mbox{schuine zijde}$$
$$\bf\text{schuine zijde}= \frac{\text{overstaande rechthoekszijde van } \angle{A}}{\text{sin}(\angle{A})}$$