Uitdaging
Hoe bepaal je de correcte spelling van een moeilijk bijvoeglijk naamwoord of een bijvoeglijk naamwoord dat je niet kent?
Methode
Als je het bijvoeglijk naamwoord moeilijk vindt of niet kent, pas dan gewoon de regels toe die je hebt geleerd. Onderstaand zie je een verkorte opsomming van deze regels:
1 - een bijvoeglijk naamwoord vóór een zelfstandig naamwoord: vaak +e
2 - als er "een" voor staat ipv "het": geen e achter het bijvoeglijk naamwoord plakken (let op de uitzonderingen van deze regel)
3 - lange klank (2 dezelfde klinkers + 1 medeklinker): klinker weg
4 - korte klank (1 klinker + 1 medeklinker): extra medeklinker
5 - f wordt soms een v
6 - s wordt soms een z
7 - aparte spelling "stoffelijk" bijvoeglijk naamwoorden: niet +e, maar +en (tenzij het gaat om relatief "nieuwe" stoffen, dan niks eraan vast plakken)
Onderstaand enkele voorbeelden van wat lastigere bijvoeglijk naamwoorden:
het probleem is acuut - het acute probleem - een acuut probleem
dat verband is causaal - het causale verband - een causaal verband
dat systeem is dynamisch - het dynamische systeem - een dynamisch systeem
het gebouw is monumentaal - het monumentale gebouw - een monumentaal gebouw
de danseres is sexy - de sexy danseres - een sexy danseres
de jongen is gehandicapt - de gehandicapte jongen - een gehandicapte jongen