Uitdaging
Veel mensen twijfelen vaak over dezelfde lastige dingen in de spelling van onze taal. Vaak wordt er getwijfeld over de keuze tussen ij en ei in een woord. Wanneer schrijf je ij en wanneer schrijf je ei?
Methode
De lettercombinatie ei noemen we ook wel de korte ei. Als er over de lange ij wordt gesproken, dan wordt de lettercombinatie ij bedoeld.
Er zijn geen duidelijke regels over wanneer we ei of ij moeten schrijven. Er zijn wel een aantal regels die vaak gelden:
1 - Sterke/zwakke werkwoorden
Sterke werkwoorden met een ij/ei-klank in het woord worden meestal geschreven met de lange ij. Zwakke werkwoorden met een ij/ei-klank in het woord worden meestal geschreven met de korte ei.
Ik rij - ik reed (sterk werkwoord met ij)
Ik snij - ik sneed
Ik zeil - ik zeilde (zwak werkwoord met ei)
Ik klei - ik kleide
Maar er zijn ook uitzonderingen op deze regel, bijvoorbeeld:
vijlen - vijlde (zwak werkwoord met ij)
2 - Woorden die eindigen op -heid
Het laatste deel van deze woorden (-heid) is altijd met een korte ei. Let op! Dit betekent niet dat alle ij-klanken in zo'n woord de korte ei zijn.
- beroemdheid
- werkelijkheid
- onwaarschijnlijkheid
3 - Woorden die eindigen op -lijk(s)
Bij woorden die eindigen op lijk(s) schrijf je altijd de lange ij op het eind. Ook hier geldt dat dit niet betekent dat alle ij-klanken in zo'n woord met de lange ij gespeld worden.
- heerlijk
- nauwelijks
- eindelijk