Uitdaging
Welke letters horen bij hoekpunten van een vlak figuur en een kubus?
Methode
Een vlak figuur is een figuur dat geen diepte heeft (een kubus is dus géén vlak figuur). Voorbeelden van vlakke figuren zijn een driehoek, een rechthoek en een ruit. De hoekpunten van vlakke figuren worden met letters aangegeven.
Een voorbeeld is in de afbeelding hiernaast te zien. Deze driehoek heeft drie hoekpunten en elk hoekpunt wordt met een letter aangegeven.
Wij beginnen altijd linksonder en gaan tegen de klok in. Linksonder wordt de hoekpunt met A aangegeven, rechtsonder wordt de hoekpunt met B aangegeven en het bovenste hoekpunt wordt met C aangegeven. Dit is de driehoek ABC.
Een vierkant is ook een vlak figuur. Een vierkant heeft altijd vier ribben die even lang zijn. Een voorbeeld zie je in de afbeelding hiernaast. De hoekpunten zijn met letters aangegeven en wij beginnen linksonder met hoekpunt A. Rechtsonder ligt hoekpunt B, rechtsboven ligt hoekpunt C en linksboven ligt hoekpunt D. Dit is het vierkant ABCD.
Een kubus is géén vlak figuur, maar een ruimtefiguur. Een voorbeeld van een kubus is hieronder gegeven. Een kubus heeft altijd 12 gelijke ribben. Wij beginnen met de benaming van de hoekpunten linksonder en gaan hierna tegen de klok in. Dan hebben wij alle onderste hoekpunten een letter gegeven. Hierna beginnen wij linksboven en gaan tegen de klok in om de bovenste hoekpunten een letter te geven. Dit is de kubus ABCD EFGH.