Uitdaging
We kunnen onderscheid maken in 3 soorten grafieken. In deze theorie wordt uitgelegd wanneer je welke gebruikt: de vloeiende kromme, horizontale lijnstukjes en losse punten.
Methode
Kijk naar de afbeeldingen van de vloeiende kromme, horizontale lijnstukjes en losse punten:
- Een vloeiende kromme gebruik je als alle soorten getallen in de grafiek voor kunnen komen. Zo kan bijvoorbeeld elke temperatuur op een tijdstip van de dag voorkomen en de temperatuur slaat geen stapjes over. Als het warmer en kouder wordt gaat dat geleidelijk aan en worden er geen temperaturen overgeslagen. Deze punten verbind je dus met elkaar en dan krijg je een vloeiende kromme.
- Horizontale lijnstukjes gebruik je als de waarde in 1 sprong verandert en dan een bepaalde periode constant is. Bijvoorbeeld de prijs van benzine kan een paar dagen lang hetzelfde zijn. Op een dag kan de benzine ineens 10 eurocent duurder zijn. Hierdoor maakt de grafiek een sprongetje omhoog en blijft dan weer voor een paar uur of een paar dagen op dat niveau. Je kan deze lijnstukjes dan niet met elkaar verbinden, want uitkomsten tussen de lijnen komen niet voor. Je houdt dan een grafiek met horizontale lijnstukjes over.
- Losse punten gebruik je als er alleen hele waardes gemeten worden. Op de y-as staat bijvoorbeeld een percentage gewicht en op de x-as het aantal mensen. De stippen komen alleen voor op een heel getal omdat je geen halve mensen kan hebben. De punten kun je daarom niet met elkaar verbinden. Ook zijn het geen horizontale lijnstukjes omdat de waardes niet een bepaalde periode constant zijn. Daarom gebruik je losse punten in zo'n grafiek.