Uitdaging
De oppervlakte van een rechthoek bereken je met de formule: lengte · breedte. Als de rechthoek ook een hoogte heeft, dus geen plat maar een ruimtelijk figuur is, dan noemen we dit een balk. Deze heeft de afmetingen lengte, breedte en hoogte.
Van een balk kun je ook de oppervlakte berekenen. Je kunt ook de inhoud van een balk berekenen. Hoe je dat doet bespreken we in deze theorie.
Methode
De oppervlakte van een balk kun je berekenen door de oppervlaktes van alle zijvlakken te berekenen en bij elkaar op te tellen. Een balk heeft altijd van elk zijvlak 2 dezelfde, zoals je kan zien in de afbeelding.
Dit gegeven kun je gebruiken om het rekenwerk wat te verkorten. Hieronder staat welke afmetingen je met elkaar moet vermenigvuldigen om de oppervlakte te berekenen van het betreffende paar zijvlakken:
Oppervlakte A = 2 · Lengte · Hoogte
Oppervlakte B = 2 · Lengte · Breedte
Oppervlakte C = 2 · Hoogte · Breedte
------------------------------------------------- +
Oppervlakte balk = som van de losse oppervlaktes
De inhoud van een balk kun je berekenen door de hoogte, lengte en breedte met elkaar te vermenigvuldigen:
Inhoud balk = Lengte · Breedte · Hoogte
Let wel op welke eenheden er gegeven zijn!