Uitdaging
Lijnen van lineaire functies hebben de overeenkomst dat het rechte lijnen zijn, zonder bochten of hoeken erin. Het komt weleens voor dat de lijnen van verschillende functies even stijl zijn.
Hoe dit heet en hoe je dit kunt herkennen, leggen we je uit in deze theorie.
Methode
Bekijk de afbeelding. Lijn p en lijn g lopen precies in dezelfde richting oftewel precies even steil. We noemen dit evenwijdige lijnen. Als twee lijnen evenwijdig aan elkaar zijn, betekent dit dat de richtingscoëfficiënten (a) van beide lijnen aan elkaar gelijk zijn.
Lijnen p: y = 3x + 4 en g: y = 3x - 2 hebben dezelfde richtingscoëfficiënt, namelijk: rcp = rcg = 3 en zijn dus evenwijdig aan elkaar.
Je kunt dus evenwijdige lijnen herkennen door naar de richtingscoëfficiënt (oftewel de a) van de formule te kijken.
Als punt R(x,y) op de lijn ligt en je weet de richtingscoëfficiënt dan kan je b berekenen door de coördinaten van het punt in de formule in te vullen. Andersom geldt ook dat als je de formule weet, je kunt nagaan of een punt op de lijn ligt.