Uitdaging
Om te rekenen met procenten is het belangrijk om je het volgende te realiseren. 100% is alles, het geheel. Met procenten kun je delen van het geheel berekenen. Een getal kan met een percentage toenemen. Dit noemen we procentuele toename. Een getal kan ook met een percentage afnemen. Dit noemen we procentuele afname.
Als iets met een bepaald percentage toeneemt, of juist afneemt, is het fijn als je de nieuwe waarde kunt berekenen. Als een vrouw die op dieet is 15% in gewicht is afgevallen, wil ze graag weten hoeveel ze nu weegt. Aan de andere kant, wil je ook graag weten hoeveel je moet gaan betalen als je telefoonrekening met 10% omhoog gaat.
Daarom leggen we je in deze theorie uit hoe je de nieuwe hoeveelheid kunt berekenen bij een procentuele verandering.
Methode
Een percentage omschrijven naar een decimaal getal is handig, omdat je daarmee kunt rekenen. Dit decimale getal wordt ook wel de vermenigvuldigingsfactor of groeifactor genoemd.
- 18% is geschreven als decimaal getal 0,18.
- 18% van 450 is dus 0,18 · 450 = 81.
Procentuele toename
Als een hoeveelheid toeneemt met 12%, dan krijg je:
- 100% + 12% = 112% = 1,12
- dan kun je als volgt het nieuwe bedrag bepalen: NIEUW = 1,12 · OUD
- 1,12 is hier de vermenigvuldigingsfactor.
Als iets bijvoorbeeld toeneemt met 300% is het:
- 100% + 300% = 400% = 4,0
- NIEUW = 4,0 · OUD
- de vermenigvuldigingsfactor is dus 4,0
Procentuele afname
Als een hoeveelheid afneemt met 14%, dan krijg je:
- 100% - 14% = 86% = 0,86.
- Dan kan je als volgt het nieuwe bedrag bepalen: NIEUW = 0,86 · OUD
- 0,86 is hier de vermenigvuldigingsfactor.
Als bijvoorbeeld iets afneemt met 3,8% doe je:
- 100% - 3,8% = 96,2%
- NIEUW = 0,962 · OUD
- de vermenigvuldigingsfactor us dus 0,962
Tenzij anders gevraagd geef je procenten altijd in 1 decimaal nauwkeurig.