Uitdaging
De grafiek van een kwadratische functie is een parabool. Als een parabool de x-as snijdt, kun je de snijpunten met de x-as berekenen. Hiervoor moet je de vergelijk ax2 + bx + c = 0 oplossen.
Soms ziet een kwadratische functie er zo uit: f(x) = x2 + 2x + p. Voor de p in de functie kun je elk getal invullen. Hierdoor is deze functie niet slechts 1 functie, maar eigenlijk oneindig veel functies. De p heet een parameter.
Methode
De vergelijking ax2 + bx + c = 0 kun je oplossen met behulp van de abc-formule. Er kunnen geen, 1 of 2 oplossingen zijn voor de vergelijking. Hoeveel oplossingen er zijn hangt af van de discriminant D. De discriminant bereken je met de formule D = b2 - 4ac.
Als:
- D > 0, dan zijn er 2 oplossingen voor de vergelijking. Dit betekent dat er 2 snijpunten met de x-as zijn.
- D = 0, dan is er 1 oplossing voor de vergelijking. Dit betekent dat er 1 punt is waarbij de parabool de x-as raakt.
- D < 0, dan zijn er geen oplossingen voor de vergelijking. Dit betekent dat de parabool de x-as nooit snijdt.
De discriminant geeft dus aan waar de parabool ligt ten opzichte van de x-as. Daarnaast kun je ook aan de functie zien of de parabool een berg- of een dalparabool is.
Als in f(x) = ax2 + bx + c het getal voor a positief is, dus a > 0, dan is de parabool een dalparabool.
Als a negatief is, dus a < 0, dan is de parabool een bergparabool.
In de kwadratische functie f(x) = x2 + 2x + p kan je verschillende waardes voor p invullen:
Vul je in p = 4, dan krijg je f(x) = x2 + 2x + 4.
Maar vul je in p = 2, dan krijg je f(x) = x2 + 2x + 2.