Los op.
a. x2 - 2x + 6 > 0
b. 2x2 + 3x - 4 < 0
Uitwerking
a. Stap 1: Stel de vergelijking gelijk aan 0.
x2 - 2x + 6 = 0
Stap 2: Indien zelf geen oplossing te vinden, gebruik abc-formule.
a = 1, b = -2, c = 6
D = -22 - 4 · 1 · 6 = -20
Stap 3: Bereken de oplossing.
D < 0, dus er zijn geen oplossingen.
Stap 4: Bepaal of de vergelijking een dal- of bergparabool is en kijk waar de grafiek de x-as snijdt.
De grafiek is een dalparabool, want a > 0, die de x-as niet snijdt.
b. Stap 1: Stel de vergelijking gelijk aan 0.
2x2 + 3x - 4 = 0
Stap 2: Indien zelf geen oplossing te vinden, gebruik abc-formule.
a = 2, b = 3, c = -4
D = 32 - 4 · 2 · -4 = 41
Stap 3: Bereken de oplossing.
D > 0, er zijn 2 oplossingen.
$$x=\frac{-3 - \sqrt{41}}{2 · 2} = -2,4$$
$$x=\frac{-3 + \sqrt{41}}{2 · 2} = 0,9$$
Stap 4: Bepaal of de vergelijking een dal- of bergparabool is en kijk waar de grafiek de x-as snijdt.
De grafiek is een dalparabool want a > 0 en snijdt de x-as in de punten (-2,4, 0) en (0,9, 0).
Stap 5: Noteer je antwoord voor wanneer de vergelijking kleiner is dan 0.
2x2 + 3x - 4 < 0 voor x < -2,4 en x > 0,9