Uitdaging
In een rechthoekige driehoek kun je de schuine zijde berekenen met behulp van de Stelling van Pythagoras. Ook kun je de lengte van een schuine lijn in een assenstelsel berekenen met behulp van Pythagoras.
Hoe je deze dingen aanpakt behandelen we in deze theorie.
Methode
Schuine zijde
In een rechthoekige driehoek is de schuine zijde te berekenen als beide rechthoekszijden gegeven zijn. Je gebruikt hier de stelling van Pythagoras voor. Bij ΔABC is $$\angle B = 90°$$. De stelling van Pythagoras voor deze driehoek is AB2 + BC2 = AC2. Als je de lengte van zijde AB en zijde BC weet, kun je de lengte van schuine zijde AC berekenen.
Assenstelsel
Om afstanden tussen twee punten in een assenstelsel te berekenen maak je gebruik van hetzelfde principe. Om de afstand in de afbeelding 'Assenstelsel' tussen A(-2,-1) en C(1,1) te berekenen, kun je gebruik maken van het denkbeeldige punt B waardoor je de rechthoekige driehoek ABC krijgt. Vervolgens gebruik je de Stelling van Pythagoras om AC te berekenen. Zijde AB en BC zijn de rechthoekszijden en deze kun je aflezen in het assenstelsel. Zijde AC is de schuine zijde en deze bereken je met de stelling van Pythagoras: AB2 + BC2 =AC2.
Let op dat $$\angle B = 90°$$.