Uitdaging
Als je formules bij elkaar optelt of van elkaar aftrekt, dan hou je de somformule en de verschilformule over. De somformule krijg je door één of meerdere formules bij elkaar op te tellen en de verschilformule krijg je door één of meerdere formules van elkaar af te trekken.
Hoe je een somformule en een verschilformule opstelt behandelen we in deze theorie.
Methode
Hoe dit werkt leggen we uit aan de hand van een voorbeeld. Neem bijvoorbeeld de volgende twee formules:
Als je van deze formules de somformule wilt bepalen, dan moet je beide formules bij elkaar optellen. De volgorde waarin je dit doet maakt niet uit. We duiden de somformule hier aan met S.
S = 2x + 3 + x - 1 = 3x + 2
Als je de verschilformule van deze twee formules wil berekenen, dan moet je op een aantal dingen letten.
- Ten eerste is het belangrijk dat je de formules in de goede volgorde van elkaar aftrekt.
- Ten tweede is het belangrijk dat je op de tekens voor de formules let (plus/min). Gebruik daarom haakjes zodat je hierin geen fouten maakt.
De verschilformule is hier aangeduid met V.
V = 2x + 3 - (x - 1) = 2x + 3 - x + 1 = x + 4
Let op dat 3 - -1 = 3 + 1
Tip: Gebruik haakjes als je met verschilformules werkt. Dan maak je minder snel fouten!