Uitdaging
Je kunt met de vermenigvuldigingsregel bepalen op hoeveel manieren je iets uit kunt voeren.
Handeling 1 en handeling 2 kun je op p · q manieren uitvoeren. In het geval dat je een combinatie van handelingen hebt, pas je dus de deze regel toe.
Wanneer je echter wilt weten op hoeveel manieren je handeling 1 of handeling 2 kunt uitgevoeren, moet je de somregel toepassen.
In deze theorie leggen we je uit wat de somregel is en hoe je weet wanneer je de vermenigvuldigingsregel en wanneer je somregel moet toepassen.
Methode
Bekijk de afbeelding met de verschillende routes. Wanneer je van punt A naar punt C wilt kan je daar op meerdere manieren komen. Je kunt van A naar C via punt B, of je kunt van A naar C via punt D. Om het aantal mogelijkheden van deze twee losse routes te berekenen, gebruik je de vermenigvuldigingsregel:
Het aantal manieren van punt A naar punt C via B = 3 · 2 = 6
Het aantal manieren van punt A naar punt C via D = 2 · 4 = 8
Om te berekenen wat het totale aantal manieren is om van punt A naar punt C te gaan pas je de somregel toe: Van A naar C via B of van A naar C via D kan dus op 6 + 8 = 14 manieren.
Wanneer pas je welke regel toe?
De vermenigvuldigingsregel pas je toe wanneer je wilt weten wat het aantal mogelijkheden is wanneer je handeling 1 en handeling 2 uitvoert. De somregel pas je toe wanneer je wilt weten wat het aantal mogelijkheden is wanneer je handeling 1 of handeling 2 uitvoert.