Uitdaging
Hoeken kun je altijd opmeten, maar vaak ook berekenen. Hoeken en lijnen hebben verschillende eigenschappen die je daarbij kunnen helpen.
Methode
Als je een figuur hebt zoals je hier ziet kun je stap voor stap alle hoeken berekenen.
Gegeven is dat $$\angle A_{5} = 35°$$Er zijn 4 regels die helpen om de rest van de hoeken te bepalen:
- Overstaande hoeken
- Gestrekte hoek
- Rechte hoek
- Volle hoek
Overstaande hoeken
Bij 2 snijdende lijnen onstaan er 2 paar overstaande hoeken. Dit zijn de hoeken die recht tegenover elkaar liggen. Een eigenschap van overstaande hoeken is dat ze even groot zijn.
De overstaande hoek van $$\angle A_{5}$$ is $$\angle A_{2}$$. Dus moet gelden dan $$\angle A_{5} = \angle A_{2} = 35°$$
Gestrekte hoek
Een gestrekte hoek is 180°. Een voorbeeld van een gestrekte hoek in dit figuur is $$\angle A_{123}$$.
$$\angle A_{1} + \angle A_{2} + \angle A_{3} = 180°$$
Rechte hoek
In dit figuur is $$\angle A_{1}$$ een rechte hoek. Dit zie je aan het teken in de hoek. $$\angle A_{1} = 90°$$
Nu kun je met behulp van de regel van de gestrekte hoek ook $$\angle A_{3}$$ berekenen, want $$ 90° + 35° + \angle A_{3} = 180°$$. Dit geeft $$\angle A_{3} = 180° - 90° - 35° = 55°$$Ook weet je nu dankzij de regel van overstaande hoeken wat $$\angle A_{4}$$ is. $$\angle A_{4}$$ is namelijk de overstaande hoek van $$\angle A_{1}$$, en dus moet gelden $$\angle A_{4} = \angle A_{1} = 90°$$
Volle hoek
Een volle hoek is 360°. Een volle hoek zijn alle hoeken in de kruising bij elkaar. Hierdoor ontstaat een volle cirkel uit de hoeken en dit is 360°. Dus $$\angle A_{123456} = 360°$$$$\angle A_{1} = 90°$$$$\angle A_{2} = 35°$$$$\angle A_{3} = 55°$$$$\angle A_{4} = 90°$$$$\angle A_{5} = 35°$$$$\angle A_{6} = 360° - 90° - 35° - 55° - 90° - 35° = 55°$$