Uitdaging
Ruimtelijke figuren zoals kubussen en balken hebben ribben, vlakken en hoekpunten. Je kunt beredeneren welke ribben en vlakken even groot zijn. Hoe dat werkt, leggen we je uit in deze theorie.
Methode
In de afbeelding zie je een verhuisdoos. Het heeft de vorm van een balk ABCD.EFGH. Hoekpunt C is in deze afbeelding niet zichtbaar.
Ribben
Hoe kun je nou bepalen welke ribben sowieso even lang zijn?
Dat doe je door te kijken welke ribben evenwijdig aan elkaar liggen, dus welke ribben in precies dezelfde richting lopen. Als je naar de afbeelding 'ribben' kijkt, dan zie je dat alle ribben met dezelfde lengte (die evenwijdig aan elkaar lopen), dezelfde kleur hebben.
AB = CD = AF = GH
AD = BC = EF = FG
AE = BF = CG = DH
Grensvlakken
Hoe kun je nou bepalen welke grensvlakken sowieso even groot zijn?
Dat doe je door te kijken naar welke grensvlakken tegenover elkaar staan/liggen.
ABCD = EFGH
ABFE = DCGH
AEHD = BFGC
Let op: denk om de lettervolgorde van de grensvlakken. Begin linksonder, hierna rechtsonder, rechtsboven en als laatst linksboven. Bijvoorbeeld: grensvlak ABFE en dus niet ABEF.